• De omzet van Europese visserij inzake vis gevangen in Britse wateren bedraagt 650 miljoen euro. Tegen 2026 moeten de Europese vissers van hun omzet 162,5 miljoen euro afstaan. De Britse wateren worden door de Vlaamse vissers talrijk bevist voor de vangst van tong, zeeduivel, rog en pladijs. Vangsten uit Britse wateren vertegenwoordigen de helft van de jaarlijkse omzet van de Vlaamse visserij goed voor een waarde van 80 miljoen euro. Volgens eerste berekeningen van de Vlaamse Rederscentrale zal het afbouwscenario de Vlaamse visserij in 2021 3,7 miljoen euro omzetverlies kosten en zal dit verlies tegen 2026 oplopen tot 6,8 miljoen euro.
  • Per 1 januari 2021 hebben Europese vissers een vismachtiging nodig van de Britse autoriteiten om te mogen vissen in Britse wateren. Alle Vlaamse schepen die de Britse Exclusieve Economische Zone (12-200 mijlszone) bevissen hebben intussen de vereiste machtiging bekomen. Voor wat de  Britse territoriale wateren (6-12 mijlszone)  is het voor 18 Vlaamse vloten nog steeds wachten op groen licht vanwege de bevoegde Britse autoriteiten.
  • Onduidelijkheid en meer administratieve rompslomp bij de aanlanding van vis in Britse havens, zorgen ervoor dat onze vloot de Britse havens momenteel links laten liggen ten voordele van meer Noordelijke havens binnen de Unie. Eens aan wal zijn de verse visproducten via transport op de weg langer onderweg naar Vlaanderen met een hoger risico op bederf. De Vlaamse visveiling wordt sinds 1 januari dan ook geconfronteerd met een terugval van 80% van de aanvoer van vis.
  • De Vlaamse regering werkt aan een transitieplan om de brede visserijsector ook na de brexit leefbaar te houden. Blijvend investeren in duurzame vangsttechnieken, veilige en innovatieve schepen en op zoek gaan naar alternatieve visgronden zijn cruciaal in dit proces. Daarvoor zal Vlaanderen de 60 miljoen euro die ze uit het Europees Brexitfonds ontvangt inzetten.  De minister verduidelijkte dat deze Europese middelen binnen de twee jaar moeten uitgegeven worden en dat over de concrete modaliteiten van dit transitieplan nog volop gesprekken lopende zijn met zowel betrokken actoren zoals de Rederscentrale en de Visveiling.