Uit het antwoord van minister van Cultuur, Sven Gatz, blijkt dat de eerste heel ruwe vaststellingen tonen dat er wel degelijk een impact is, met zowel een aantal bijkomende kosten als een verlies aan inkomsten. Toch lijkt de impact minder zwaar dan men op het eerste gezicht zou verwachten. Daarnaast blijkt er een duidelijk verschil te zijn tussen november en maart, waarbij blijkt dat in maart er een grote vastberadenheid was om ondanks het drama van de aanslagen toch te blijven deelnemen aan het culturele leven in Brussel. De minister gaf aan de situatie goed in kaart te brengen en verder te monitoren. Er zijn ook gesprekken gepland met de betrokken instellingen, deze zullen nog voor de zomervakantie plaatsvinden. Na de zomer komt er een rapport.

Cathy vindt het goed dat er eerst goed gemonitord werd en dat er gesprekken gevoerd worden met die instellingen en dat er bekeken wordt wat kan en niet kan. Alle sectoren hebben onder de omstandigheden geleden, vooral de kunststeden, niet enkel Brussel maar heel Vlaanderen. Cathy: “Naast de cultuursector hebben ook de horeca en het toerisme onder de aanslagen geleden. Als er middelen of maatregelen genomen worden, dan moet daar grondig over worden nagedacht. De middelen die daar eventueel voor uitgetrokken worden, moeten doeltreffend ingezet worden en niet dienen om bepaalde besparingen te milderen. We moeten eerlijk zijn, ook tegenover andere sectoren.”

Onderwerpen