De visienota van minister Jambon heeft één absolute doelstelling: de Vlaamse kunst ook de volgende 20 jaar aan de internationale top houden. “Mijn beleid is daarom gericht op het waarborgen van de kwaliteit door landschapszorg, ruimte voor nieuwe initiatieven en planlastverlaging. Het sleutelwoord is vertrouwen: in de kracht van kunst, onze kunstenaars en het Vlaamse culturele veld.”

Het meest in het oog springend is de decreetswijziging die Jambon vooropstelt. Jambon wil immers een vierledig kunstenlandschap invoeren. Naast de ‘Dynamische Ruimte’ (de al dan niet meerjarige projectsubsidies), het ‘Brede Veld’ (de vijfjarige structurele subsidies) en de ‘Kunstinstellingen’, zal een nieuwe categorie worden ingevoerd: de ‘Kerninstellingen’.

“De Kerninstellingen krijgen een subsidieperspectief dat verder reikt dan vijf jaar. Daar tegenover staat een duidelijk omschreven rol die zij op zich moeten nemen; vastgelegd in een beheersovereenkomst en geëvalueerd aan de hand van visitaties en audits. Zij onderscheiden zich van de Kunstinstellingen omdat zij niet alle 5, maar wel minstens 2 van de functies uit het kunstendecreet moeten vervullen.”

Jambon benadrukt dat de wijziging niet ingegeven is door een besparingslogica: “Voor mij staat de artistieke uitstraling van Vlaanderen staat voorop. Opdat Vlaanderen zijn internationale voortrekkersrol in de kunsten kan blijven opnemen, is een hervorming van het Kunstendecreet evenwel noodzakelijk.”

Om de aanpassingen aan het Kunstendecreet door te voeren en voldoende ruimte te voorzien voor overleg en reflectie, zal de subsidieronde van 1 december 2020 met maximaal één jaar uitgesteld worden; stelt Jambon.

De Visienota bevat ook de aandachtspunten waar de beoordelingscommissies mee aan de slag moeten tijdens hun werkzaamheden. “Ik vraag om bijzondere aandacht te schenken aan projecten of organisaties die uniek zijn of inzichten bieden die nergens anders aan bod komen; die op een innovatieve en artistieke manier werken met het erfgoed, de canon of de traditie; die een internationale meerwaarde of potentie hebben, die kinderen en jongeren bij de werking betrekken of die aandacht hebben voor de kwetsbare positie van de individuele kunstenaar.”

Onderwerpen