Ondanks een daling van het aantal toeristen in 2016, blijven de bezoekersaantallen voor het herdenkingstoerisme in de Westhoek op peil. Nochtans was 2016 voor de regio geen topjaar op vlak van toerisme. In dat jaar situeert de focus van het herdenkingstoerisme zich immers op Noord-Frankrijk, Verdun en de Somme. Daarnaast waren de effecten van de aanslagen in Zaventem en Brussel in maart 2016 ook voelbaar in de Westhoek. Vooral Britten, maar ook Australiërs, Canadezen en Amerikanen bleven weg uit Vlaanderen. 

Om het aantal bezoekers nog op te trekken richting 2017 en 2018, zijn in 2016 een reeks promotieacties gestart die onder meer gericht zijn op de Mijnenslag en de slag bij Ieper, beter gekend als de slag bij Passendale. Zo komt Vlaanderen internationaal opnieuw voor het voetlicht. Ook in 2018 wil Vlaams minister van Toerisme Ben Weyts de campagne verderzetten. Daarbij zal het agentschap Toerisme Vlaanderen de buitenlandse markten blijven bewerken. Voor de promotie in Vlaanderen en België kijken we natuurlijk ook naar de provincies en de gemeenten om die rol te spelen.

In de commissie Toerisme van het Vlaams Parlement zei minister Weyts dat hij geen drastische terugval verwacht in het aantal toeristen na 2018. Daar moeten de doorgedreven promotiecampagnes en de investeringen in infrastructuur mee voor zorgen. “De Westhoek is en blijft internationaal gezien ook na 2018 een belangrijke regio met een grote aantrekkingskracht op vlak van herdenkingstoerisme. Los van het herdenkingstoerisme kan de Westhoek zich uiteraard ook nog verder in de markt zetten als culinaire en culturele bestemming”, besluit Cathy.

Lees hier de parlementaire vraag en het antwoord van de minister